
Slechts vier onafhankelijke parameters modelleren loopprestaties. Het door MIT ontwikkelde model voorspelt nauwkeurig prestaties en stelt trainingstempo’s vast. Deze parameters komen overeen met een snelheid dicht bij Velocity bij VO2max (vVo2max), een tijd dicht bij de vVo2max ondersteuningstijd, korte afstandsduur en lange afstandsduur.
Ik presenteer het model waar ik aan heb bijgedragen in een onderzoeksproject bij MIT (Boston), in een CNRS- en MIT-laboratorium. Het is onderwerp van een wetenschappelijke publicatie “A minimal power model for human running performance” waar ik medeauteur van ben samen met Thorsten Emig en Matthew Mulligan.
Dit artikel legt de belangrijkste kenmerken van het model uit en hoe trainingssnelheden worden berekend in RunMotion Coach.
2 belangrijke definities: Snelheid bij VO2max en Uithoudingsvermogen
[…]
Vanuit dit model zou het zelfs mogelijk zijn om abnormale prestaties (doping) op te sporen of hoge potentiële prestaties te detecteren. Ook kunnen we zien of het voor een bepaalde loper om een prestatie te optimaliseren, de voorkeur heeft om zijn vVo2max of uithoudingsvermogen als prioriteit te ontwikkelen.
Naast toepassing op persoonlijke schaal, is het model van toepassing op wereldrecords, zoals ik in dit artikel heb geschreven. Wereldrecords op halve marathons en marathons lijken te profiteren van recente vooruitgang in schoeiseltechnologie.